Posts

 Uitstel van het laatste Oordeel Men riep mij bij de naam van mijn vader en grootvader: Broeckx. Het ontroerde mij. De daaraan voorafgaande nacht nog was mijn beschermer en grote voorvechter, mijn vader, in mijn droom verschenen, jaren na zijn dood en hij had mij het geld "geschonken" voor de achterstallige huur. Ik zag de biljetten nog voor me terwijl ik tegelijkertijd mijn blik vertwijfeld liet rusten op desolate personen in de wachtkamer die lusteloos en apathisch bladerden in vergeelde roddelbladen en op de rij kleedhokjes op de Röntgenafdeling van het Ziekenhuis. Men riep mij bij mijn naam. Zou ik ook zo geroepen worden bij het Laatste Oordeel? In het kleedhokje huilde ik (een heilzame, zachte, stille ontroering) en las de Duitstalige tekst op het zeepapparaat, de tekst die weergaf wat de bestanddelen van de zeep waren met de mannelijke rationaliteit en het natuurwetenschappelijk gefundeerde machtsvertoon dat mij soms ook kan ontroeren Mijn longen moesten onderzocht word
 De prelude van het leven Als ik het slavenkoor uit Nabucco hoor, ben ik ineens weer in die kamer. op die middag waarop de dampende aardappelen opgediend worden en verzin ik weer eigen woorden bij dit muziekstuk. Ik ben weer drie en voel me omringd door de goedgunstige, overvloedige zorgen en aandacht van mijn vader en moeder, oma,  ooms  en tantes die allen wonen in het  monumentale pand dat sinds vier decennia de naam "Broeckx" demonstratief en zelfbewust op haar bruine houten voordeur draagt. Ik ben weer drie en mijn moeder heeft zojuist het leven geschonken aan mijn zusje Cecile en mij daarmee voor het leven een trouwe voorvechtster en metgezellin bezorgd. Ik ben weer drie en bevind mij vaak achter op de fiets in het fietsstoeltje waarmee mama en papa langs het schrikwekkende kruisbeeld voor de Trappistenkerk op de Koningshoeven fietsen. Ik ben weer drie en vergelijk de stenen in de hobbelige weg bij het Baksche Ven met de brokken Liga in de pap, die ik thuis krijg geserv
Parade van de Zinloosheid/Al ziet men de mensen, men kent ze niet De man met het kleine zwarte hondje met het Schnautzer-achtige kopje solliciteert kennelijk naar een zingeving voor zijn dag en voor zijn leven als hij voor de zoveelste maal paradeert in het park naast de snelweg met zijn kleine kameraad. Soms neemt hij het hondje op schoot. Wordt het leven tussen veertigjarig eikenhouten meubilair hem te veel? Is zijn huwelijksleven tot een huiveringwekkende sleur verworden? Is hij neerslachtig of melancholiek, speelt hij met een zelfmoordgedachte? Hebben de kinderen of kleinkinderen hun vader of opa het dier gegeven? Zagen zij dat hij leed, eenzaam was? Gaven zij hem het hondje als kleine kameraad, als wapen als wanhoop en vertwijfeling hem overvallen? Is er in zijn brein en gevoelsleven een verscherpt bewustzijn ontstaan van de zinloosheid van het leven? Alles wat ik zie is de opbollende buik boven de broekriem, het kale hoofd, de snor.Zo kijkt hij gelaten naar het va-et-vient van au
 Lieflijk en betreurenswaardig Op de zaterdagse markt is steevast de meneer aanwezig die zijn lieflijke vogels beheert en tentoonstelt in hun kooitjes die in een lange rij staan opgesteld; de arme en zo kwetsbare diertjes die hun vleugels niet kunnen uitslaan; waaraan het weidse en wijde luchtruim, hun geboorterecht, niet gegund is; de beestjes die als vertwijfeld en nerveus hippen in de te kleine kooitjes; de valkparkietjes met hun parmantige, rechtopstaande kuifjes die mij als wanhopig en verschrikt aankijken. Zal iemand zich nog ooit over de diertjes ontfermen? Zullen zij eens nog het twijfelachtige gezelschap gaan vormen van een eenzame?
De onvermoede charmes van onze binnenstad Onze Willem II straat - die zich uitstrekt tussen de Spoorlaan en de Nieuwlandstraat - heeft op een zonnige voorjaarsmorgen  (die de panden in een bescheiden, bleek licht zet) ondanks alles iets van een grootstedelijkheid die aan Wenen, Parijs of Praag kan doen doen denken, maar die Tilburg in haar haveloze buitenwijken nauwelijks kent.... Links van mij beschouw ik het onoverzichtelijke en Kafkaëske gebouw met de vele "achterkamertjes" waar eens het Belastingkantoor gevestigd was; waar mijn betreurenswaardige vader zijn moeizame morgens en middagen doorbracht tijdens zijn desastreuze loopbaan en waar momenteel de Tilburgse Woningstichting zetelt. Verderop heb je dan het pand van de  Politie, een aanduiding die in levensgrote, stoere, trotse letters op de gevel is aangebracht en met auto's voor de deur die wel heel veel mannelijke kracht, stoerheid en vechtlust laten zien. Spoedig bereik je vervolgens op je wandeling de Nieuwlandst
Het testament Altijd als zij het papier tevoorschijn haalde met daarop de details van het testament; de opsomming van de erfstukken, geschreven in haar elegante, keurige en wellicht "flamboyant" te noemen handschrift, dat nooit veranderd was tijdens haar leven, sprongen de tranen mij in de ogen.... Het was, juridisch gezien, in de juiste vorm gegoten, zo beweerde ze altijd met trots, terwijl zij slechts een "huishoudelijke carrière" gemaakt had en dit op de half-afgemaakte Mulo-opleiding nooit geleerd had en terwijl, om het maar met een cliché te zeggen "haar enige recht slechts het aanrecht geweest was" "De damessecretaire", zo stond daar zwart op wit "is voor mijn dochter Ineke" Het bureautje dat sinds vijftien jaar; sinds de fatale dag, mijn woonkamer siert, had altijd haar grootste trots en liefde uitgemaakt. Nu laat ik mijn ogen erover dwalen. Tevens staat nog de zilvercassette te verstoffen in mijn muurkast. Ze gaf hem mij als &qu
Toverballen De brug die het Wilhelminakanaal overspant en waarover een flinke verkeersstroom dagelijks zijn weg zoekt, heft vier trotse pijlers ten hemel. Zij moet in de jaren van mijn jeugd al een forse indruk op me gemaakt hebben..... Merkwaardig genoeg (maar dit kennelijke feit is omhuld door de schaduwen die ons verleden omgeven waardoor het zich weinig leent voor een duidelijke en welomschreven waarneming) moet zich eens in de nabijheid van de genoemde brug aan de Nieuwe Bosscheweg een wonderlijke automaat bevonden hebben, speciaal voor kinderen ontworpen, waaruit je op inworp van een muntstuk een "toverbal" kon verkrijgen die in je mond smolt en dan verschillende bonte kleuren liet zien. Zo meen ik eens, op mijn wandeling met Vader, getrakteerd te zijn op zo'n wonderlijke bal.....